Tips

1. Voorkomen van baanonzekerheid

  • Investeer samen met werknemers continu in scholing en employability.
  • Zorg bij herstructurering voor een eerlijk en transparant besluitvormingsproces.
  • Zorg voor goede communicatie: volledig, open, onmiddellijk, eerlijk en persoonlijk.
  • Voorkom dat werknemers de oorzaak van baanonzekerheid en het verlies van hun baan aan eigen falen toeschrijven.
  • Laat zien wat je doet om werkgelegenheid te behouden.
  • Vergroot het gevoel van beheersbaarheid door participatie en inspraak in veranderingsprocessen.
  • Ondersteun werknemers bij het vinden van een andere baan (zie ook bij “Wat moet”)
  • Netwerk of zoek samenwerking met scholen in de regio: hier kunnen baanperspectieven voor uw werknemers zijn.
  • Besteed ook aandacht aan de achterblijvers; Ook bij deze groep kunnen (tijdelijk) gezondheidsklachten optreden ten gevolge van een reorganisatie en de bijbehorende baanonzekerheid.

2. Bevorderen van functieroulatie

  • Formuleer duidelijke richtlijnen over wie wanneer voor functieroulatie in aanmerking komt en voor welke functies dit van toepassing zal zijn.
  • Informeer de MR.
  • Draag zorg voor duidelijke functieomschrijvingen.
  • Communiceer over de voordelen en tijdelijkheid van de roulatie (om wellicht bezwaren te ondervangen).

3. Gesprekstechnieken

Het “aanzeggingsgesprek” moet goed worden voorbereid. Denk bijvoorbeeld aan de volgende punten.

  • Voorbereiding
  • Het gesprek
  • Na het gesprek

Voorbereiding:

Verzamel alle benodigde documentatie:

  • Verslagen van functionerings- en beoordelingsgesprekken.
  • Tussentijdse afspraken.
  • Eventuele outplacement contracten.
  • Zet alle redenen voor ontslag / niet verlengen van het contract op een rij.
  • Verzamel documentatie over hoe nu verder: UWV-informatie, outplacement contract, etc.
  • Neem een besluit over de ingangsdatum van ontslag.
  • Besef dat uw besluit onherroepelijk is.
  • Meld het ontslag bij P&O.
  • Regel eventueel een P&O-medewerker om bij het gesprek te zijn.

Het gesprek:

  • Val met de deur in huis. Begin met het slechte nieuws.
  • Toon emoties. “Ik vind het moeilijk om te zeggen, maar ik heb slecht nieuws...”
  • Laat merken dat u rekening houdt met zijn/haar emoties: het spijt me enorm voor u, maar…
  • Geef daarna de motivering voor het slechte nieuws.
  • Houd het kort, overzichtelijk, helder en concreet.
  • Vang daarna de klap op. Dat kunt u doen door de gevoelens die u ziet te beschrijven.
    • Ik begrijp dat dit voor u geen aangenaam bericht is.
    • Ik zie dat u geschrokken bent. U bent geëmotioneerd.
  • Het kan zijn dat emoties te hoog opgelopen. Stel dan een korte pauze voor.
  • Markeer de overstap naar: “hoe nu verder?” door dat duidelijk te zeggen. “Ik stel voor om…”.
  • Maak afspraken over af te ronden en over te dragen werk.
  • Spreek een laatste werkdag af.
  • Maak afspraken over hoe en door wie het ontslag gecommuniceerd wordt.
  • Overleg documenten die eventueel getekend moeten worden.
  • Maak een afspraak voor een eventueel exitgesprek.
  • Overleg over eventuele vervolgtrajecten: outplacement, coaching, WW-uitkering, aanbieden van getuigschrift of referenties.
  • Adviseer de werknemer om zo snel mogelijk contact op te nemen met UWV om een uitkering aan te vragen.
  • Sluit het gesprek af met een korte samenvatting van de gemaakte afspraken.
  • Wens de werknemer sterkte met de verwerking van dit slechte nieuws

Na het gesprek:

  • Regel dat het ontslag bij de daarvoor geëigende instantie wordt gemeld, volgens de in uw organisatie geldende procedure (bijvoorbeeld door de P&O-afdeling).
  • Regel het exitgesprek (ook dit kan de P&O-afdeling eventueel regelen).
  • Leg alle gemaakte afspraken schriftelijk vast.